De bal wordt onderhands geserveerd, startend aan de rechterzijde van het veld en wordt diagonaal gespeeld naar het tegenoverliggende servicevak. De bal mag uit de hand geserveerd of je mag hem laten vallen (niet opgooien) en laten stuiten. Bij een netservice wordt er gewoon doorgespeeld. De ontvangende partij moet de bal eerst laten stuiten, voor ze hem retourneren. En vervolgens moet ook de serverende partij de bal eerst laten stuiten. Pas de derde bal mag ook in één keer, d.m.v. een volley geslagen worden. Met stuit mag ook.
Punten kunnen alleen door de serverende partij worden gescoord. Je hebt een punt als de tegenstander er niet in slaagt een bal terug te slaan, de bal uit slaat, de geserveerde bal niet eerst laat stuiten, volleyt vanuit de non-volley-zone of zelf geraakt wordt door de bal. De game eindigt als een van de partijen elf punten heeft behaald met twee punten verschil.
Wanneer een partij een punt scoort, serveert dezelfde persoon door, maar dan vanaf de andere kant. Wanneer een speler het punt verliest serveert zijn medespeler vanaf de kant waar hij op dat moment staat. Als ook deze zijn service verliest gaat deze over naar de andere kant, waar de speler die rechts staat begint. Alleen aan het begin van de wedstrijd serveert maar 1 speler, waarna hij overgaat naar de andere kant.
Bij enkelspel begint een speler links met serveren als hij een oneven aantal punten heeft en rechts bij een even aantal.
De score werkt alsvolgt: 1-0-1 betekent serverende partij heeft 1 punt, andere nog geen en het is de eerste serveerder.
Bron: Pickleball Holland.
Pickleball in Nederland